top of page

DE VERDELING VAN DE NALATENSCHAP

 

Als de schulden van de nalatenschap zijn voldaan, door de erfgenamen zelf (al dan niet na beneficiaire aanvaarding), door een executeur of door een door de rechtbank benoemde vereffenaar, blijft er een positief of negatief saldo over ter verdeling. In feite is de nalatenschap een gemeenschap in de zin van artikel 3:166 van het Burgerlijk Wetboek. 

 

Verdeling kan volgens afdeling 1 titel 7 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek worden samengevat 'iedere rechtshandeling waaraan alle deelgenoten meewerken en krachtens welke een of meer van hen een of meer tot de gemeenschap behorende goederen met uitsluiting van de overige deelgenoten verkrijgen. Verdelen is dus een handeling die de erven gezamenlijk dienen te verrichten. Kunnen de deelgenoten over de verdeling geen overeenstemming bereiken, dan kan op grond van artikel 3:178 jo. 3:185 van het Burgerlijk Wetboek aan de rechter worden gevraagd de wijze van verdeling vast te stellen of de verdeling zelf vast te stellen.

 

Werken deelgenoten niet mee aan de verdeling nadat deze bij rechterlijke uitspraak is bevolen, dan kan de rechter op verzoek van de 'meest gerede' partij een 'onzijdig persoon' benoemen die hen bij de verdeling vertegenwoordigt en daarbij hun belangen naar eigen beste inzicht behartigt.

 

VORMEN VAN VERDELING

 

Een verdeling kan plaatsvinden op de wijze en in de vorm die partijen goeddunkt. In de praktijk komen de volgende wijzen van verdeling het meeste voor; zie ook artikel 3:185 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat de wijzen van verdeling waaruit de rechter de keuze heeft voorschrijft.

 

  • Toedeling van een gedeelte van het goed aan ieder der deelgenoten;

  • overbedeling van één of meer deelgenoten tegen vergoeding van de overwaarde;

  • verdeling van de netto-opbrengst van het goed nadat het is verkocht.

bottom of page