top of page

Wat is wettelijke vereffening?

​

Vereffening en executele lijken veel op elkaar. Zeker als er sprake is van een solvente boedel(lees, alle schulden kunnen worden voldaan), hoewel de wettelijke vereffening een procedure is, voornamelijk ter bescherming van de rechten van schuldeisers. In beide gevallen is de bestuurder privatief, dus met uitsluiting van anderen, bevoegd. Gedurende de periode dat de vereffenaar of executeur aan het roer staat, zijn erfgenamen onbevoegd om beheers- of beschikkingshandelingen te verrichten. Zoals u heeft kunnen lezen, wordt er wettelijk vereffend na aanvaarding van de nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving - of beneficiaire aanvaarding - door minimaal één van de erfgenamen, zulks op de voet van artikel 4:202 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek. In feite plaveit de vereffening de weg naar de verdeling van de gemeenschap, ter zake waarvan bepalingen zijn opgenomen in onder meer artikel 4:227 e.v. van het Burgerlijk Wetboek. Als de schulden der nalatenschap, te vinden in artikel 4:7 van het Burgerlijk Wetboek, zijn voldaan en alle formaliteiten voltooid, zijn de gezamenlijke erfgenamen, na overdracht van het overschot, bevoegd tot verdeling over te gaan. Indien er een executeur door de erflater is benoemd in het testament, kan deze na beneficiaire aanvaarding toch aanblijven en wordt de verplichting van de wettelijke vereffening opzij gezet, indien de executeur bevoegd is opeisbare schulden te betalen (artikel 4:144 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek) en kan aantonen dat de nalatenschap ruimschoots toereikend is om alle schulden te betalen.

 

BENOEMING EN DE STAAT

 

Naast voornoemde 'lichte' vereffening kennen we de 'zware' vereffening, waarbij op verzoek van een belanghebbende door de rechtbank een vereffenaar wordt benoemd op de voet van artikel 4:203 of 4:204 van het Burgerlijk Wetboek. Niet zelden wordt de vereffenaar benoemd in het licht van onmin tussen de erfgenamen onderling. Deze vereffenaar heeft tot taak het voldoen van de schulden der nalatenschap - net als bij een lichte vereffening - waarna hij de overgebleven goederen ex artikel 4:226 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek overdraagt aan de erfgenamen voor verdeling. Indien de erfgenamen die zich bereid tonen het overschot in ontvangst te nemen, slechts tot een deel van dit overschot gerechtigd zijn, draagt de vereffenaar er ex lid 2 van dit artikel zorg voor dat de nalatenschap eerst wordt verdeeld overeenkomstig artikelen 3:178 en 3:181 van het Burgerlijk Wetboek. Daarna worden de aan de erfgenamen die zich bereid hebben verklaard toekomende erfdelen uitgekeerd en wordt het surplus in bewaring gegeven aan de Staat der Nederlanden. Het surplus kan ex lid 4 van artikel 4:226 van het Burgerlijk Wetboek 20 jaren lang worden opgeëist bij de Staat, waarna het definitief aan de Staat vervalt en de erfgenaam zijn rechten niet langer kan doen gelden. Op grond van lid 3 van artikel 4:226 van het Burgerlijk Wetboek is de Staat bevoegd de hem afgegeven goederen te verkopen.

bottom of page